Sira Consulting draagt bij aan een transparanter pgb-systeem
Mensen die zorg en ondersteuning krijgen vanuit de Jeugdwet en de Wmo, kunnen ervoor kiezen om dit zelf te regelen vanuit een persoonsgebonden budget (pgb). Gemeenten stellen elk hun eigen pgb-tarieven op. Daarbij moeten zij ervoor zorgen dat de tarieven toereikend en transparant zijn. Momenteel variëren de pgb-tarieven echter sterk tussen verschillende gemeenten. Daarbij is vaak niet duidelijk hoe men precies tot een tarief is gekomen. Voor pgb-houders is dat een vervelende kwestie. Sira Consulting heeft daarom, op aanvraag van het ministerie van VWS, een handreiking ontwikkeld voor gemeenten, waardoor zij een uniforme en transparante methodologie kunnen hanteren voor het vaststellen van toereikende pgb-tarieven.
Onze adviseurs Lise van der Meer, Patrick van der Poll, Marieke Hollander en Nilab Karimi hebben de handreiking opgesteld met input van verschillende belanghebbenden, zoals pgb-ontvangers, zorgaanbieders en uiteraard de gemeenten zelf. Het is immers cruciaal om de situatie vanuit verschillende perspectieven te bekijken. Het resultaat is een gedragen handreiking en een transparanter pgb-systeem.
Kunnen jullie kort vertellen waar het onderzoek over gaat?
Het onderzoek betreft het persoonsgebonden budget (pgb) in de Jeugdwet en de Wmo 2015, waarbij mensen de keuze hebben tussen zorg in natura van de gemeente of het aanvragen van een pgb om zelf ondersteuning in te kopen. Het probleem was dat gemeenten vrij waren om zelf de hoogte van pgb-tarieven te bepalen, wat leidde tot aanzienlijke en onduidelijke verschillen. Aan Sira Consulting is gevraagd om een handreiking te ontwikkelen voor gemeenten om een uniforme methodologie te bieden voor het vaststellen van toereikende pgb-tarieven. Deze handreiking is gebaseerd op een uitgebreid onderzoek naar alle relevante kosten, en met input van verschillende belanghebbenden zoals gemeenten, zorgaanbieders en pgb-ontvangers.
Wat is de aanleiding van het onderzoek?
Achtergrond over pgb
Mensen die ondersteuning nodig hebben vanuit de Jeugdwet of de Wmo 2015, hebben twee mogelijkheden. Ze kunnen deze zorg in natura ontvangen van de gemeente of, mits ze aan de voorwaarden voldoen, een persoonsgebonden budget aanvragen. Hiermee kunnen ze zelf de ondersteuning inkopen die zij nodig hebben. Dit kan bij verschillende typen aanbieders: instellingen, zzp’ers of hun sociale netwerk. Ook kunnen ze een beroepsmatige ondersteuner in dienst nemen.
Waarom is deze handreiking nodig?
Gemeenten hebben een zekere mate van beleidsvrijheid bij het vaststellen van tarieven voor het persoonsgebonden budget (pgb) in het sociaal domein. Daarbij moeten ze zorgen dat de tarieven toereikend zijn en de wijze waarop zij tot stand komen transparant is. In de praktijk hanteren gemeenten diverse benaderingen voor het vaststellen van de tarieven. Dit leidt in sommige gevallen tot aanzienlijke verschillen in tarieven, waarbij de onderliggende onderbouwing niet altijd duidelijk is. Bovendien zijn tarieven niet altijd toereikend. Op 23 december 2022 kondigde minister Helder voor Langdurige Zorg en Sport daarom, in een Kamerbrief aan, zich in te zetten voor de ontwikkeling van een handreiking voor gemeenten.
De handreiking heeft betrekking op zowel de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) als de Jeugdwet. In de handreiking wordt een uniforme methodologie uitgewerkt waarmee gemeenten tot toereikende pgb-tarieven kunnen komen. Zo draagt de handreiking bij aan een uniforme, uitlegbare en uitvoerbare werkwijze voor het bepalen van toereikende pgb-tarieven.
Context en een kijkje achter de schermen
Dit project sluit goed aan op een bredere doelstelling die Sira heeft, namelijk meer focussen op de regeldruk en administratieve lasten binnen de zorg. Zoals bekend kampt de zorgsector met (ernstige) personeelstekorten en tegelijkertijd lopen ook de zorgkosten steeds verder op. Sira kan bijdragen aan het bieden van gerichte oplossingen door bijvoorbeeld de financiële gevolgen van administratieve lasten te kwantificeren.
Als je het onderzoek moet uitleggen aan iemand die twee generaties ouder is dan jij, zeg je opa of oma, wat vertel je dan?
We hebben laatst een onderzoek gedaan naar het geld dat mensen krijgen van de overheid om hun zorg te regelen, het zogeheten persoonsgebonden budget (pgb). Mensen kunnen kiezen of ze de zorg in natura willen ontvangen van de gemeente of zelf een pgb willen aanvragen. Met dat pgb kunnen ze zelf bepalen welke hulp ze nodig hebben, bijvoorbeeld van instellingen, zzp’ers of hun sociale netwerk.
Het probleem was dat gemeenten zelf mochten bepalen hoeveel geld ze gaven voor het pgb. Hierdoor waren er grote verschillen in bedragen, en was het niet altijd duidelijk waarom. Minister Helder heeft daarom besloten om een handleiding te maken, een soort stappenplan, zodat gemeenten eerlijkere en duidelijkere tarieven kunnen bepalen.
In ons onderzoek hebben we gekeken naar alle kosten die meespelen bij het regelen van zorg met een pgb. Denk aan loon voor de helpers, kosten van spullen, enzovoort. Zo hebben gemeenten nu een soort checklist waarmee ze kunnen zorgen dat mensen genoeg geld krijgen voor goede zorg.
We hebben met veel mensen gesproken, zoals gemeenten, zorgaanbieders, en mensen die het pgb ontvangen. Zo zorgen we ervoor dat iedereen tevreden is. Gemeenten kunnen nu beter beslissen hoeveel geld mensen nodig hebben voor hun zorg. Dat is goed nieuws voor iedereen die betrokken is bij het pgb-systeem!
Wat zijn de belangrijkste zaken uit het onderzoek die gedeeld moeten worden?
Vanuit onze expertise op het gebied van kostprijsonderzoeken hebben we alle verschillende kostprijselementen in kaart gebracht die een rol spelen bij zorg vanuit het pgb. Mensen kunnen vanuit hun pgb verschillende soorten ondersteuning krijgen. Per ondersteuningsvorm hebben we aangegeven welke kostprijselementen* van toepassing zijn. Daarna hebben we per kostprijselement uitgelegd hoe een gemeente de hoogte ervan kan bepalen, bijvoorbeeld op basis van landelijke cijfers, op basis van cao’s of door uitvraag te doen bij aanbieders.
Gemeenten kunnen hierbij kiezen uit twee methodes: de tarieven stap voor stap opbouwen of de tarieven die zij al hanteren voor Zorg in Natura als uitgangspunt gebruiken.
Naast het inhoudelijke deel was ook draagvlak onder de verschillende betrokkenen essentieel voor het slagen van dit project. Dit waren gemeenten, zorgaanbieders en natuurlijk budgethouders. We hebben hen op de volgende manieren betrokken bij het proces:
Voor gemeenten: een gefundeerde manier om tot persoonsgebonden budgetten te komen en handvatten om deze te onderbouwen. Dit helpt hen om binnen hun beperkte financiële ruimte passende bedragen te bepalen. Hiervoor hebben we interviews en werksessies gehouden met diverse gemeenten en met de VNG, die ook in de begeleidingscommissie zat.
Zorgaanbieders: actief betrokken en de kans gegeven input te geven. Gevolg: alle verschillende relevante kostprijselementen zijn meegenomen en daardoor werkbare tarieven voor pgb. Vertegenwoordigd door brancheorganisaties SoloPartners (zzp’ers) en BVKZ (kleinschalige zorgaanbieders) en tijdens een interview en een werksessie met aanbieders.
Budgethouders: Vertegenwoordigd door belangenorganisatie Per Saldo. Doordat de tarieven gebaseerd zijn op kostprijsonderzoek is hun pgb voldoende om kwalitatief goede zorg in te kopen. En de onderbouwing aan de hand van kostprijselementen vormt een goede basis om het gesprek aan te gaan met gemeenten als tarieven niet als toereikend ervaren worden.
* Kostprijselement: Elke vorm van ondersteuning (zoals dagbesteding of individuele begeleiding) heeft specifieke kosten, zoals personeelsloon, opleiding, locatie, materialen en mogelijk transport. De som van deze kosten bepaalt de kostprijs van het product, waarbij deze afzonderlijke elementen als kostprijselementen worden beschouwd.