Maak kennis met onze adviseurs – Interview met Maria Vliek
Maria Vliek is consultant bij Sira Consulting en brengt meer dan tien jaar ervaring mee in beleidsevaluatie en onderzoek. Met een achtergrond in antropologie kijkt zij met een scherp oog voor de menselijke kant naar beleid en de effecten daarvan in de praktijk. Ze werkte eerder als onderzoeker en senior adviseur methodologie bij het Sociaal en Cultureel Planbureau en specialiseerde zich in kwalitatieve onderzoeksmethoden, realistische evaluaties en participatieve werkwijzen. Maria combineert wetenschappelijke diepgang met een praktische aanpak en heeft een passie voor onderzoeken hoe beleid écht uitpakt voor mensen.
Maria, je bent nu een aantal maanden bij Sira Consulting aan de slag. Hoe bevalt het tot nu toe?
Als je een nieuwe functie start, heb je altijd wel enig idee van het werk, de inhoud. Wat wel echt een onbekende blijft tot je eerste weken, zijn je collega’s en hoe de samenwerking gaat verlopen. Van mijn vorige baan kreeg ik dan ook een kaart met daarop de tekst “good luck finding better co-workers than us”. Met een knipoog natuurlijk, maar ik moet zeggen dat ik hier bij Sira enorm warm welkom ben geheten en dat ik het prettig, professioneel en humorvol samenwerken vind. De teams zijn afwisselend, de inhoud van ons onderzoek ook, en toch heb je een solide thuisbasis. Dat past goed bij mij.
Je hebt hiervoor lange tijd als onderzoeker voor verschillende universiteiten en het Sociaal en Cultureel Planbureau gewerkt. Iets heel anders! Wat was voor jou de aanleiding om bij Sira Consulting te gaan werken?
Mijn hele loopbaan ben ik eigenlijk op zoek geweest naar de combinatie van diepgang en bruikbaarheid voor de praktijk van mijn onderzoek. Tijdens mijn jaren bij de universiteit deed ik heel verdiepend, spannend empirisch én theoretisch onderzoek naar religieuze ervaring, maar echt praktisch of bruikbaar buiten de academie was het niet. In de jaren daarna ben ik daar mee verder gegaan: fenomenen in een samenleving proberen te begrijpen, en die vervolgens naast beleidsontwikkelingen leggen. In evaluatieonderzoek doe je dat eigenlijk andersom, en wordt het al een stukje praktischer. Je redeneert vanuit het beleid (een instrument, of een programma) en je kijkt wat dat eigenlijk voor effecten heeft op de beoogde doelgroep. Wat doet het beleid eigenlijk, en is dat wat we hadden bedacht? Hoe pakken de dingen ook anders uit? Dit was de kern van mijn werk bij het SCP. Hier zochten we verdieping in de duiding van beleidsontwikkelingen én de ervaringen van burgers. Maar de boodschappen bleven ook hier vaak wat ‘hoog over’.
Wat mij nou zo trekt bij het werk bij Sira is de praktische toepasbaarheid van ons werk. Evaluatieonderzoek in Nederland is daarbij in den brede ook op zoek naar hoe we meer kunnen dóen met evaluatieonderzoek, hoe kunnen we leren? Hoewel dit een uitdaging blijft, zit hier wel beweging in. Hier deel van uit maken vind ik enorm spannend. Zo zijn we nu bezig met een zogenoemde ‘planevaluatie’, wat inhoudt dat we 5 jaar voor het beoogde evaluatiemoment, al in kaart brengen voor de opdrachtgever waar we in de praktijk op moeten gaan letten om te zijner tijd iets zinnigs te kunnen zeggen over de werking van de aangepaste beleidsinstrumenten. Zo is een evaluatie geen afrekening meer, zoals vaak in het verleden werd gedacht, maar juist een instrument om beleid de praktijk beter te laten dienen.
Als antropoloog kijk je met een ander perspectief naar beleid en onderzoek. Hoe zie je dat terug in je werk?
Soms hoor je wel eens verbazing over een antropoloog in de evaluatiestudies – een ongewone combinatie. Maar volgens mij zijn de werkvelden haast onlosmakelijk met elkaar verbonden omdat ze een centrale vraag delen, namelijk hoe verhouden de ‘grote’ verhalen van politiek en beleid zich tot individuen zoals jij en ik. De antropologie kijkt naar gedrag en gewoonten, en vraagt zich af hoe dat tot stand is gekomen in structuren van cultuur. Beleid wenst gedragingen van mensen te sturen voor een betere samenleving. Evaluatie kijkt naar hoe effectief beleid al dan niet is in het behalen van die doelen.
De bijdrage van de antropologie aan evaluatie is dat we niet alleen de effecten van beleid ‘meten’, maar ook de context waarin beleid tot stand is gekomen in kaart brengen. Pas dan kunnen we begrijpen hoe mensen hiermee omgaan en waarom. Die duiding is volgens mij cruciaal. Naast de constatering óf iets werkt stel ik dus ook graag de vraag hóe iets werkt en onder welke omstandigheden dat dan zo is. Als evaluator en antropoloog kan ik eigenlijk niet zonder die contextuele analyse en ik zie daarin ook een grote meerwaarde voor beleid.
Je bent gespecialiseerd in kwalitatieve onderzoeksmethoden. Waarom spreken die jou zo aan?
Methodologie gaat over het hele onderzoekstraject en biedt de mogelijkheid om creatief bezig te zijn. Hoe kan je een vraag zo volledig mogelijk beantwoorden? Wat heb je daar allemaal voor nodig? Dat gaat over onderzoeksdesign, de dataverzamelingsmethoden, de analysemethoden, het rapporteren en visueel maken van je bevindingen, en daar een eindproduct bij ontwikkelen; allemaal methodologie. En de mogelijkheden voor evaluatie zijn zo divers. Neem bijvoorbeeld het ‘moment’ van evalueren. Wil je achteraf weten hoe het is gegaan, of wil je juist meer weten over de implementatie van een instrument en de mogelijkheid om tussentijds bij te sturen? Daar pas je je vraag op aan, maar het verschilt dan vervolgens ook wat voor informatie je nodig hebt, en dus hoe je die gaat verzamelen en analyseren. Die puzzel leggen, geweldig.
Beleidsevaluaties zijn voortdurend in beweging. Welke ontwikkeling vind jij persoonlijk het meest interessant om te volgen?
Twee samenhangende ontwikkelingen die samen te vatten zijn als twee zijden van de medaille ‘kennis-beleidsrelaties’. De eerste gaat over het bredere nut en (gebrek aan) benutting van onderzoek. Zo is er binnen de academie al geruime tijd een valorisatie-eis bij de toekenning van beurzen; er moet een maatschappelijk belang zijn voor het doen van onderzoek van publiek geld. Een belangrijke beweging mijns inziens, maar daarmee zijn we er nog niet. Wim Derksen vraagt zich bijvoorbeeld alsnog geruime tijd af ‘waarom kennis beleid nauwelijks beter maakt’. Hij constateerde dat er enorm veel onderzoek wordt gedaan, toegepast beleidsonderzoek vaak op aanvraag van een opdrachtgever nota bene, maar dat die vuistdikke rapporten toch vaak wel in de lades verdwijnen. Onderzoekers zijn nog wel eens huiverig om op basis van hun data ook daadwerkelijk beleidssuggesties te doen, dat is het werk van politiek en beleid is de gedachte. Maar dat maakt sommige rapporten ook notoir onbruikbaar. De vertaling van kennis naar beleid is ingewikkeld, maar er worden stappen gezet om elkaar meer op te zoeken.
Bij Sira wordt hier eigenlijk in ieder evaluatieproject expliciet aandacht aan besteed, aan de bruikbaarheid voor de opdrachtgever en dus beleid. – Maria Vliek, senior projectmanager
De tweede ontwikkeling die ik zie, zit aan de beleidskant – namelijk: men wil graag leren van (evaluatie)onderzoek en beleid ‘beter’ maken. Zo wint de zogenoemde ‘lerende evaluatie’ het afgelopen decennium aan populariteit, met name binnen het Rijk. Ook wordt in de wettelijk verplichte periodieke rapportages relatief veel aandacht besteed aan het lerende element: wat kunnen we hier nou mee, en welke aanbevelingen gaan we implementeren. Ik vind deze bewegingen, vanuit de kennishoek en vanuit beleid om elkaar meer op te zoeken hoopgevend.
Kennis-beleidsrelaties zijn op zijn zachtst gezegd complex. Zo is jarenlang ingezet op evaluatie als ‘doen we dingen goed?’, maar werd de vraag over ‘doen we de goede dingen?’ minder gesteld. Ik zie die laatste steeds vaker terugkomen en ik denk dat evaluatie en onderzoek hier een mooie bijdrage kunnen leveren, niet in het minst vanuit de antropologie.
Wat heeft de overstap naar Sira Consulting voor jouw persoonlijke en professionele ontwikkeling betekend? Werk je hier heel anders dan je gewend bent?
Het tempo ligt hoger dan ik gewend was, en dat is eerst even wennen, maar maakt mij uiteindelijk een stuk effectiever. Plus, hoewel ik veel creatieve vrijheid ervaar om onderzoeksplannen te maken, moet je ook meedenken met je opdrachtgevers. Hoe kan je hen verder helpen? Dit komt de uiteindelijke bruikbaarheid van je onderzoek enorm ten goede. Want zoals gezegd, die kloof tussen kennis en beleid, daar willen we met zijn allen overheen. Aan de voorkant, tijdens het onderzoek en in het opstellen van de aanbevelingen, voor draagvlak bij de stakeholders zorgen helpt hierbij.
Tot slot: wat zou je tegen iemand zeggen die twijfelt of Sira Consulting de juiste plek is om aan de slag te gaan?
Hou je van onderzoek, afwisselend werk, heb je een sterk analytisch vermogen én affiniteit met openbaar bestuur, dan zou ik helemaal niet twijfelen. Onze adviseurs hebben allemaal heel diverse opleidingsachtergronden en dat maakt ons juist zo sterk als team. Kom vooral eens kennismaken zou ik zeggen.

