De uitvaart van de toekomst: regeldrukonderzoek Wblo

In opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties hebben Marieke Hollander, Lise van der Meer en Jeroen Mook de regeldrukgevolgen van het wetsvoorstel ‘Wet bestemming lichaam van overledenen’ onderzocht.

Vanwaar dit onderzoek?

De bestaande wetgeving voor de bestemming van het lichaam van overledenen, de ‘Wet op de lijkbezorging’ (Wlb), sluit niet langer goed aan op de maatschappelijke ontwikkelingen en persoonlijke wensen van de samenleving. Daarom wordt op dit moment gewerkt aan een wetsvoorstel dat de Wlb moet moderniseren en verbeteren: de Wet bestemming lichaam van overledenen (Wblo). De Wblo introduceert onder andere meer keuzemogelijkheden voor begraven en cremeren, en voegt nieuwe methoden toe, zoals alkalische hydrolyse en gezamenlijke bestemming. Sira Consulting heeft de regeldrukgevolgen van het wetsvoorstel in kaart gebracht.

Wat hebben we onderzocht?

Bij het uitvoeren van een regeldrukonderzoek sluiten wij aan bij de methodiek ontwikkeld door het Ministerie van Economische Zaken. Onder regeldruk verstaan wij: alle investeringen en inspanningen die bedrijven, burgers of professionals moeten doen en verrichten om te voldoen aan verplichtingen uit wet- en regelgeving afkomstig van de Rijksoverheid.

Deze investeringen en inspanningen proberen wij zo veel mogelijk kwantitatief, dat wil zeggen in euro’s, in kaart te brengen. Bij investeringen gaat het veelal om directe ‘out-of-pocket’ kosten die een partij moet maken. Inspanningen worden gemeten in tijdbesteding, en vermenigvuldigd met een representatief uurtarief. Ten slotte maken we een onderscheid tussen eenmalige- en structurele regeldrukeffecten

Hoe hebben we dit onderzocht?

De eerste fase van het onderzoek bestond uit bureauonderzoek. Door het bestuderen van documenten over het wetsvoorstel (o.a. de Memorie van Toelichting) en een nauwgezette vergelijking tussen de Wlb en de Wblo brachten we in kaart welke wijzigingen mogelijk regeldrukgevolgen hebben voor welke doelgroep.

Vervolgens zijn 20 interviews gehouden met de verschillende soorten beroepsgroepen en/of bedrijven waarop deze wijzigingen invloed hebben. De verdeling van de interviews is als volgt:

Op basis van de verzamelde gegevens zijn de financiële effecten per doelgroep berekend. De uitkomsten van het onderzoek zijn vastgelegd in een onderzoeksrapport, dat is opgeleverd aan de opdrachtgever.

Wat zijn de bevindingen?

Het wetsvoorstel introduceert nieuwe bepalingen die tot regeldruk leiden, maar poogt ook om bestaande regels te versimpelen of te schrappen. Hoewel het onderzoek aantoont dat er inderdaad zowel toe- als afnames van de regeldruk verwacht kunnen worden, is het nettoresultaat van het wetsvoorstel een toename van de regeldruk.

Een groot deel van de regeldruk komt voort uit eenmalige kosten, die in totaal €12.526.486 bedragen, of €73,89 per uitvaart. De tijdbesteding voor kennisname (ruim €8 miljoen) is een belangrijk onderdeel. Betrokkenen moeten zich verdiepen in de wet, workshops/cursussen volgen en processen aanpassen.

Naast eenmalige kosten verwachten geïnterviewden structureel meer te investeren en tijd kwijt te zijn aan naleving. Zo verplicht het wetsvoorstel degene die de schouw verricht om een identificerend middel (zoals een pols- of enkelbandje) aan te brengen bij de overledene, dat voor de uiteindelijke bestemming nogmaals gecontroleerd moet worden. Naast ruim €2 miljoen jaarlijkse regeldrukkosten leidt deze verplichting mogelijk tot emotionele belasting, omdat de kist waarschijnlijk geopend moet worden. Uitvaartverzorgers en beheerders van begraafplaatsen en crematoria vinden dit bezwaarlijk, mede omdat het tegen de wens van nabestaanden in zal gaan.

Op sommige punten verlaagt het wetsvoorstel ook de regeldruk. De introductie van een algemeen verlof tot bestemming bespaart structureel €34.300, doordat fouten bij vergunningverlening worden voorkomen. Ook de verlenging van de maximumtermijn voor bestemming vermindert de regeldruk, omdat een verlenging via de gemeente minder vaak nodig is. Dit levert een besparing op van €1.586.000 per jaar.

Over de gehele linie is de verwachting echter dat de Wblo zal leiden tot een toename van de structurele regeldrukkosten. In totaal wordt deze toename geraamd op €768.300. Per uitvaart komt dit neer op €4,53.

Hoe nu verder?

De resultaten van het onderzoek zijn vastgelegd in een rapport dat is overhandigd aan de opdrachtgever. Daarnaast voert Sira Consulting op dit moment een tweede onderzoek uit naar de Wblo, ditmaal naar de uitvoeringslasten van (decentrale) overheden. De resultaten hiervan zullen binnenkort worden gepubliceerd via de kanalen van Sira Consulting.

profile-image

Heb je nog vragen?

Neem dan gerust contact op met Jeroen Mook.